Sociale woningbouw?
Sociale woningbouw?
Het college deed onlangs een poging om uit te leggen waarom ze akkoord gaat met het plan waarbij het verkrijgen van een woning afhangt van een sollicitatiegesprek. En ondanks dat de gemeente aangeeft dat het project aan de Rijpstraat kansen biedt voor alle woningzoekenden, is de gemeente toch niet van plan deze werkwijze ook toe te passen op dure woningen. Tevens stelde de SP vragen over de stedelijke opgave van het toevoegen van 20% sociale en 30% middel dure woningen. Ondanks dat het college aangeeft dat dit nog steeds het uitgangspunt is, merkt de SP te vaak dat er daar zodanig ver van afgeweken wordt dat de SP zich afvraagt of dit wel degelijk hetgeen is dat het college voor ogen heeft.
Dit bleek uit de antwoorden die het college gaf op raadsvragen van de SP. Het college probeert een en ander uit te leggen. Aan de Rijpstraat komen 53 sociale huurappartementen. Een community waar iedereen meetelt en op zijn of haar eigen manier zijn steentje bijdraagt. Wederkerigheid en gelijkwaardigheid is hier de basis. In deze community is het belangrijk dat er oog voor elkaar is en buren echt iets voor elkaar willen betekenen. Dit versterkt juist de onderlinge verbinding en vergroot gelijkheid. Die collectiviteit ontstaat niet vanzelf. Daarom is het van belang dat iedere bewoner zelf bewust een keuze maakt of hij of zij in deze gemeenschap wil wonen. Hieraan zal bij de woningtoewijzing dus ook aandacht aan besteed worden.
Op de vraag of het college de mening van SP Breda deelt dat het solliciteren op een woning voor alleen mensen in de sociale huursector denigrerend is ten opzichte van andere woningzoekenden, wordt echter geen antwoord gegeven, maar een gedeelte van het antwoord op de eerste vraag herhaalt.
Een ander heikel punt blijft helaas nog altijd dat de gemeente Breda er wederom voor kiest om in de Heuvel opnieuw sociale woningen toe te voegen, terwijl volgens het eigen beleid in deze wijk een (te) hoog percentage sociale woningen staat. Het college probeert dit goed te praten doordat aan te geven dat dit project een belangrijke bijdrage zal gaan leveren aan de sociale cohesie in de wijk.
Ook op de vraag: "Waarom wijkt het college af van de percentages in Ulvenhout, locatie Slotlaan (geen sociale huur), terwijl dit gebied overduidelijk minder dan 40% sociale huur heeft?" Geeft het college aan dat dit een project betreft waarin in 2016 besloten om een bijdrage te leveren aan de CPO-opgave. In plaats van sociale huurwoningen te realiseren, is de keuze gemaakt voor een starters CPO* op deze locatie.
Kortom: het college lijkt telkens weer met redenen te komen waarom het geoorloofd is dat gemeente Breda afwijkt van de lijn die gevolgd wordt bij het toepassen van de gebiedsprofielen en percentages. De SP vraag het college dan ook om op korte termijn eenduidigheid creëren, omdat het volgen van het beleid nu de schijn van willekeur heeft.
Helaas krijgt de SP van het college hierop een nietszeggend reactie: "Ons uitgangspunt is een stedelijke opgave van 20% sociaal en 30% middelduur, waarbij per wijk maatwerk wordt geleverd. Wij streven naar gebiedsgericht maatwerk op basis van de gebiedsprofielen Wonen en gebiedsbeschrijvingen Wonen & Zorg. We blijven hierover voortdurend in gesprek met ontwikkelaars, woningcorporaties en andere partners."
In de praktijk blijkt nl. te vaak dat er zodanig ver van dit uitgangspunt wordt afgeweken dat de SP zich afvraagt of dit wel degelijk het uitgangspunt is dat het college voor ogen heeft.
Lees hier alle vragen van de SP: Raadsvragen over Sociale woningbouw
En de antwoorden: Antwoorden op raadsvragen over sociale woningbouw
* Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) is een vorm van sociale projectontwikkeling waarbij toekomstige bewoners gezamenlijk opdrachtgever zijn voor hun eigen nieuwbouwproject.
- Zie ook:
- Bouwen en wonen