De keerzijde van de medaille
De keerzijde van de medaille
Afgelopen week verscheen een rapport van onderzoeksbureau Ecorys. Op verzoek van WonenBreburg zelf heeft dit bureau onderzoek gedaan naar deze woningcorporatie die actief is in Tilburg en Breda. Centraal stond de vraag “Doet WonenBreburg de goede dingen en doet WonenBreburg de dingen goed?”. Op basis van zelf aangeleverde documenten en gesprekken met het personeel kwam men tot de conclusie dat WonenBreburg maar liefst een score van 100% heeft behaald. Hebben we hier te maken met een slager die zijn eigen vlees keurt?
De SP hecht grote waarde aan voldoende, betaalbare en goede huisvesting en komt WonenBreburg dan ook regelmatig tegen. Vaak als medestander in het geval van het hoger op de politieke agenda krijgen van bijvoorbeeld studentenhuisvesting. Maar vaker staan we tegenover elkaar, bijvoorbeeld wanneer de corporatie tegen de wil van bewoners goede huizen wil slopen.
Zelfvertrouwen zorgt er vaak voor dat mensen tot grote dingen in staat blijken. Voor een woningcorporatie geldt dat net zo. WonenBreburg mag zichzelf naar aanleiding van dit rapport best op de borst kloppen. Maar onze eigen ervaringen met hoe WonenBreburg om gaat haar huurders, vragen toch om een kijkje naar de keerzijde van de medaille. Wanneer WonenBreburg haar oor ook te luisteren had gelegd bij de eigen huurders dan had zij ook zelf kunnen horen dat er niet alleen positieve verhalen zijn.
Dat WonenBreburg vaak onhandig communiceert, daar kunnen inmiddels veel huurders over meepraten. Eén van de meest schrijnende voorbeelden was de Driesprong waar oud-bewoners van de gesloopte Vlieland- en Terschellingstraat ondanks een terugkeergarantie, niet welkom waren op een informatieavond over de toekomst van hun buurt. Mensen die interesse hadden in een koopwoning werden wel met open armen ontvangen. De slechte afhandeling van klachten door WonenBreburg bij de renovatie van de Lelystraat en Roeselarestraat was zelfs zo erg dat we er een compleet zwartboek mee konden vullen.
Ook hoe er met bepaalde doelgroepen omgegaan wordt door de corporatie is niet altijd een toonbeeld van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Studenten die tijdelijk in de Lange Stallen woonden, moesten contracten tekenen via een anti-kraakbureau. Deze contracten stonden vol met dubieuze regels die in sommige gevallen zelfs ingingen tegen de internationale rechten van de mens. Zodra men meer huur kon ontvangen van buitenlandse studenten, mochten de bewoners bovendien van de ene op de andere dag opkrassen. Pas na herhaaldelijk aandringen is WonenBreburg op dit wangedrag aangesproken.
In wijken waar WonenBreburg veel woningbezit heeft, komt de SP ook vaak slecht onderhouden woningen tegen. Met als dieptepunt de woningen in de Bonairestraat die vol vocht, scheuren en schimmel zitten. Ook in de flats aan de Wensel Cobergherstraat loopt het regenwater zo door de kozijnen heen en betalen mensen zich suf aan hoge stookkosten. In de Bernard de Wildestraat werd al jaren voorafgaande aan de uiteindelijke sloop geen euro meer aan onderhoud uitgegeven. Kapotte voordeuren waardoor de hal vol hangjongeren stond of liften die niet gerepareerd werden, zorgden dat veel huurders de deur niet meer uit konden of durfden. Wel verhoogt WonenBreburg jaarlijks gewoon de huur.
Te vaak ook sloopt WonenBreburg huizen en flats die met groot onderhoud of renovatie nog prima te redden waren geweest. Voorbeeld hiervan waren de geliefde Maycrete-woningen aan het Schoolakkerplein. Deze werden, ondanks veel protest van bewoners, gesloopt. Tot op de dag van vandaag ligt de grond braak. In de Zaart in de wijk Boeimeer hebben bewoners sloop weten te voorkomen. In de Bernard de Wildestraat helaas niet en ook de flats in de Wensel Cobergeherstraat lijken de sloopkogel te krijgen in plaats van het groot onderhoud waar huurders recht op hebben.
Om niet te vervallen in “oude koeien uit de sloot halen” waren bovenstaande situaties slechts een bloemlezing van de afgelopen twee jaren waarin de SP in aanraking is gekomen met WonenBreburg. We kwamen deze situaties op het spoor door in de buurten te praten met bewoners. Maar ook steeds vaker weten mensen ons te vinden. Ze voelen zich niet gehoord door WonenBreburg en al helemaal niet vertegenwoordigd door de huurderskoepels die het eigenlijk op zouden moeten nemen voor het belang van de huurders.
Om terug te komen op de door WonenBreburg gestelde vraag is het antwoord van de SP: “Ja, WonenBreburg doet natuurlijk ook goede dingen en ze doet sommige dingen ook goed.” Wat WonenBreburg niet uit het oog mag verliezen is dat het haar kerntaak is om te zorgen voor voldoende, betaalbare en goede huisvesting voor de burgers van Breda. Wat de SP betreft scoort WonenBreburg op dat punt een zeer mager zesje. Te vaak gaat het fout maar we geven ze toch graag het voordeel van de twijfel. We hopen dan wel dat het zelfvertrouwen tot grote daden gaat leiden en niet omslaat in hoogmoed!
Bas Maes,
Commissielid en woordvoerder bouwen en wonen van de SP gemeenteraadsfractie in Breda