Thuiszorgbeleid van Meeuwis is beschamende vertoning
Thuiszorgbeleid van Meeuwis is beschamende vertoning
VVD-Wethouder Cees Meeuwis kiest er voor om via aanbesteden 3 miljoen te bezuinigen op de thuiszorg. Hij toont daarmee aan absoluut geen wethouder te zijn van en voor de mensen in Breda. Meeuwis kan maar beter ergens boekhouder worden en plaats maken voor een wethouder met meer empathie. De eerste helft van dit jaar waren er harde en felle debatten nodig om de coalitiepartijen er van te overtuigen dat bezuinigen op de minst draagkrachtigen van de stad echt niet kon. Na de zomer zullen VVD, CDA, D66 en GroenLinks er blijkbaar ook nog van overtuigd moeten worden dat het ook niet humaan is om op deze manier te bezuinigen op de hulpbehoevenden.
Snel verdiend
De aanbesteding gaat ten koste van bestaande goede relatie hulpvrager en zorgverleners. Vijf nieuwe organisaties gaan de thuiszorg organiseren. Dat betekent veel personeelswisselingen met nieuwe gezichten die bij de 4600 hulpvragers thuis komen. Het bekende SP-spotje van de hoogbejaarde dame die zich helemaal uitkleed achter haar rollator spreekt boekdelen. Er is behoefte aan vertrouwdheid en een stabiele relatie tussen de verzorger en de hulpbehoevende. Die zekerheden zijn na de aanbesteding niet te geven.
De aanbesteding gaat ook ten koste van kwaliteit. Er wordt strategisch geschoven tussen zorg en huishoudelijke hulp. Met een simpele beweging van de muis knip je een taak zo van de dure kolom ‘zorg’ naar de goedkopere kolom ‘huishoudelijke hulp’. Daarmee wordt die taak bijna een derde van de prijs goedkoper. Snel verdient, denkt boekhouder Meeuwis achter zijn PC.
Papierentruc
Hij vergeet daarbij de signaleringsfunctie van de thuiszorg. De thuishulp ziet tijdens haar werk ook of er signalen zijn dat de situatie verslechterd of dat er andere problemen bijkomen. In de praktijk betekent de papierentruc van Meeuwis vooral dat goedkoper niet-gekwalificeerd personeel ineens de zorgtaken en de signalering moet gaan uitvoeren. Je moet dan maar hopen dat je geholpen wordt door iemand met een opleiding en ervaring en niet door een, met alle respect, ‘goedkoper’ iemand zonder die kwalificaties.
Naast de hulpvragers is er nog een groep die ernstig te kort wordt gedaan door de aanbesteding, het personeel. Zij mogen solliciteren bij de nieuwe aanbieders. Uiteraard tegen veel slechtere arbeidsvoorwaarden. Bij voorkeur op een nul-urencontract of als ZZP-er. Onder het motto dat je op die manier weer zo lekker veel vrijheid krijgt. In de praktijk betekent het dat je als ZZP-er in de thuiszorg een bruto hongerloontje krijgt en daarvan ook nog je pensioen en verzekeringen mag regelen. Zo wordt flink misbruik gemaakt van de loyaliteit van de mannen en vrouwen die zich met hart en ziel inzetten voor de goede zaak.
Verwaarloosde krachten
Met minder geld voor de thuiszorg kunnen ook minder uren per hulpvraag worden besteed. Dat geld moet immers ergens terugverdiend worden. Nog meer stopwatchzorg dus. In nog minder tijd nog meer doen. Als je als hulpbehoevende überhaupt nog aanspraak maakt op die hulp. De indicaties wordt nu al strenger merken mensen die een hulpvraag indienen. Minder uren zorg over de vloer betekent voor die mensen bij voorbaat al minder aandacht voor de zorg en een smeriger huis. Dat zal op de langer termijn natuurlijk weer hogere kosten met zich meebrengen om verwaarloosde klachten te genezen.
En dat allemaal in de wetenschap dat aanbesteding helemaal niet hoeft. De Europese regels zijn daar heel helder over. Daarnaast boden de huidige 17 aanbieders aan mee te willen denken over 3 miljoen bezuinigingen zonder dat dat ten koste zou gaan van de kwaliteit. Ook de thuiszorgers zelf hebben tal van simpele oplossingen die bij elkaar een flinke besparing op de WMO-pot van de gemeente kunnen opleveren.
Wethouder Meeuwis heeft hier allemaal lak aan gehad. Hij heeft, met zijn heilige geloof in de marktwerking, de zaak gewoon aanbesteed. Als hij had geluisterd naar de 4600 hulpvragers en de 1000 thuiszorgers in Breda dan had hij het kunnen weten. De zorg is geen markt. De zorg gaat om mensen.
Door Patrick van Lunteren en Maurice Spapens